Houtstook een ramp voor klimaat én luchtkwaliteit

(overgenomen van Mobilisation for Environment * )

Sterfte als gevolg van houtstook hoger dan aantal verkeersdoden?

Prof. Dr. Lars Hein van de universiteit Wageningen schatte in 2018 het aantal doden als gevolg van houtstook destijds al  tussen 900 en 2.700 per jaar. Vergelijk dit met het aantal verkeersdoden in 2019 van 661…

Volgens het Longfonds zijn 750.000 mensen met een longziekte regelmatig benauwd door houtstook. Sinds 2018 zijn er veel houtkachels en biomassacentrales bijgekomen. Volgens RIVM is houtstook verantwoordelijk voor bijna 25% van alle fijnstof uitstoot in Nederland.

Negatieve gezondheidseffecten van houtstook

Volgens het Longfonds is houtrook ongezond voor iedereen.  Houtrook bestaat namelijk uit een gevaarlijke mix van chemische stoffen. Naast CO2 en water bevat houtrook voornamelijk fijnstof (PM10 en PM2,5), anorganische gassen zoals koolstofmonoxide en stikstofoxiden, vluchtige organische stoffen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en organische zuren. Deze stoffen kunnen leiden tot ernstige gezondheidsklachten en in het ergste geval tot vroegtijdig overlijden. Een eerste, voorlopige inschatting is dat het stoken van hout leidt tot 900 à 2700 voortijdige sterfgevallen in Nederland. 

De voorbeelden van negatieve gezondheidseffecten door houtrook zijn talrijk. Het Longfonds geeft aan dat zo’n 750.000 mensen met een longziekte in Nederland regelmatig benauwd zijn door houtstook.  Daarnaast wordt de kans op het ontwikkelen van kanker 12 keer groter geschat bij houtrook dan bij een vergelijkbare hoeveelheid tabaksrook.  Ook veroorzaakt houtstook gezondheidsproblemen bij kinderen en zuigelingen, zoals infecties aan de luchtwegen, ernstige aanvallen van astma en oorontsteking.  Op zeer korte termijn kunnen eveneens gezondheidsklachten ontstaan. Een studie met vrijwilligers die in experimenten enkele uren zijn blootgesteld aan houtrook, toont aan dat dit direct kan leiden tot gezondheidsschade.  Kortstondige blootstelling kan zelfs cardiovasculaire aandoeningen uitlokken.

Het kabinet blijft ook op dit gebeid ernstig in gebreke. Het is zelfs zo dat het kabinet deze ontwikkeling heeft ondersteund door subsidies op houtkachels te verstrekken, die op grote schaal tot problemen leiden m.b.t. gezondheid, burenruzies en ontwrichting van gemeenschappen. Inmiddels is ook bekend dat luchtverontreiniging de gevolgen van een corona infectie verergert.

Gemeenten hebben een wettelijke taak op het gebied van volksgezondheid. MOB verzoekt gemeenten om de ernstige gevolgen van deze blunder van het kabinet zo goed mogelijk te beperken.

Zie brief van MOB aan een aantal gemeenten: Brief van MOB naar gemeenten

* Zie : https://mobilisation.nl/index.php?id=5

Stinkende 2-takt bladblazer nog steeds in gebruik in Utrecht

In 2014 werden er door de SSLU en de Partij voor de Dieren al vragen over gesteld:  waarom nog steeds sterk luchtvervuilende 2-takt bladblazers in Utrecht?  Het antwoord van het college was dat die niet gemist konden worden in de herfst als er grote hopen herfstbladeren liggen. Daar zouden elektrische bladblazers niet sterk genoeg voor zijn.

We zijn nu 5 jaar later en die 2-takt bladblazers kunnen kennelijk nog steeds niet gemist worden, ook als er (zoals op de foto te zien is) nauwelijks bladeren liggen.

Afgezien van de enorme herrie waar de mannen met de bladblazers de hele dag aan blootstaan, staan ze ook de hele dag bloot aan wolken fijn stof. Hoe kleiner fijn stof hoe meer die in de longen doordringt en in de bloedbaan terechtkomt en ontstekingen veroorzaakt bij vitale organen (het hart, de hersenen, e.d.).

Waarom zijn 2- takt motoren zo smerig? Omdat de olie waarmee ze gesmeerd worden aan de benzine wordt toegevoegd en mét de benzine een mengsel vormt dat bij verbranding extreem veel fijn stof de lucht in blaast.

De gemeente heeft wel een milieuzone ingevoerd waar diesel van voor 2001 niet in mogen (de binnenstad en het stationsgebied), maar het verbieden van 2-takt bladblazers en 2-takt scooters en bromfietsen, daar is het nog steeds niet van gekomen.

Brief aan het college n.a.v. Lubach op zondag over de onafhankelijkheid van het Nederlands Normalisatie Instituut

Aan het College,

een week geleden stuurde ik u namens de Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht en de Stichting Klimaat030 een wob-verzoek m.b.t. de door het college goedgekeurde kwaliteitsverklaring van Eneco. De berekening van het rendement van de stadsverwarming vindt plaats aan de hand van normbladen die door het Nederlands Normalisatie Instituut (een particulier instituut) worden uitgegeven. NEN 7120 en NEN 7125 zijn de normbladen die voorschrijven hoe Eneco zijn kwaliteits verklaring moet opstellen. In die normbladen staat dat bij warmtenetten minimaal van een rendement van 110% mag worden uitgegaan, wat natuurlijk grote onzin is want een rendement kan theoretisch niet meer zijn dan 100% (aangenomen dat je de input met de output vergelijkt).

Om hoger uit te komen dan 100% vergelijkt men het rendement van willekeurig welk warmtenet met het rendement van bijvoorbeeld een oude geiser. Dan is het niet moeilijk hoger uit te komen dan 100%. Je kunt natuurlijk ook vergelijken met open kampvuurtje waar een pannetje boven hangt. Dan kom je misschien wel uit op 1000 %. Hoe het Nederlands Normalisatie Instituut op een rendement van minimaal 110% uitkomt en hoe je volgens die NEN bladen nog hoger kan uitkomen valt niet uit die normbladen zelf op te maken. In die normbladen worden heel veel normen gewoon aangenomen en niet onderbouwd. De vraag is: op welk gezag worden de aannames in die NEN-normbladen gebaseerd?

Het Nederlands Normalisatie Instituut, wat een particuliere business is, heeft allerlei commissies waarin “deskundigen” zitten. De vraag is dus: is de samenstelling van zo’n commissie representatief. Zitten daar bijvoorbeeld ook wetenschappers in verbonden aan universiteiten? Zitten er vertegenwoordigers in van (energie)consumenten organisaties en milieu organisaties? Zitten daar misschien ook ambtenaren in van ministeries en het RIVM? De SSLU en Klimaat030 is er niet in geslaagd te samenstelling te achterhalen van de commissies die NEN 7120 en NEN 7125 hebben opgesteld.

Interessant is de uitzending van Lubach op zondag over de invloed van de tabakslobby bij de opstelling van NEN-normen voor het onderzoek naar het teer- en nicotine gehalte van sigaretten. Zie attachment. Volgens het onderzoek van Lubach zitten er behalve de voorzitter en secretaris alleen maar vertegenwoordigers van de tabaksindustrie in die NEN-commissie en zijn de vertegenwoordiger van het ministerie en van het RIVM er om die reden uit teruggetrokken.

Een voor de hand liggende verdenking is nu dat dat onzinnige minimaal 110% rendement van warmtenetten ook te wijten is aan de overheersende rol van de warmtenetten lobby in de betreffende commissie van het Normalisatie Instituut. Wellicht een extra reden om de kwaliteitsverklaring van Eneco alleen te accepteren door daar door onafhankelijke deskundigen naar te laten kijken.

Drs. C. van Oosten
Bureau Rechtsbescherming
Amsterdamsestraatweg 83 bis
3513 AB Utrecht

Gemeente Utrecht: pelletkachel beter voor het klimaat dan elektra

Nog geen maand nadat de gemeenteraad Utrecht de noodtoestand had uitgeroepen in verband met de klimaatverandering, wijst de gemeente het bezwaar van de SSLU af tegen het gebruik van een pelletkachel voor de warmwatervoorziening van een tijdelijk hotel op het Kromhout kazerneterrein Herculeslaan.

Motivering: “een pelletkachel mogelijk schoner dan een elektrische boiler die wordt aangedreven door stroom die is opgewekt door een niet-duurzame energiecentrale. Daarmee is een elektrische bioler geen reeël alternatief”. De gemeente vindt een elektrische boiler ook geen rendabel alternatief voor de pelletkachel, omdat het elektrische systeem daarvoor zou moeten worden aangepast.

Op 13 februari 2018 werd vergunning verleend voor een tijdelijk (5 jaar) logiesgebouw. Het logiesgebouw werd voorzien van een biomassa warmwaterinstallatie (geperste houtkorrels = pellets). Voor die pelletkachel was echter geen vergunning gevraagd. Die werd dus illegaal gebruikt. Op 28 december 2018 werd als nog een vergunning aangevraagd. Die werd verleend op 2 april 2019. De SSLU maakte daar bezwaar tegen. Vanwege de luchtverontreiniging: de uitstoot van fijnstof en van CO2 (klimaat!).

De vergelijking van de CO2-uitstoot door verbranding van pellets met de CO2-uitstoot door kolengestookte elektriciteitscentrales is niet eerlijk. Elektra wordt gepropageerd als alternatief voor gas, olie en steenkool omdat die schoon kan worden opgewekt door windturbines en zonnepanelen. Genoeg daken op het Kromhout kazerne terrein om te gebruiken van zonnepanelen. Op dat idee was men niet gekomen.

Als je de CO2-uitstoot van een pelletkachel vergelijkt met die van een steenkoolgestookte centrale is het overigens nog maar de vraag of de pelletkachel duurzamer is (minder CO2). Hout brandt minder efficiënt, je hebt er dus meer van nodig. Om dezelfde energie op te wekken wordt om die reden per saldo 15% meer CO2 uitgestoten. (Trouw “Waarom biomassa een grotere klimaatkiller is dan steenkool” 22-11-2017).

De reden dat hout/biomassa niettemin geacht wordt klimaatneutraal te zijn is dat er van wordt uitgegaan dat bomen die verbrand worden vervangen worden door nieuwe bomen en dat die nieuwe bomen net zoveel CO2 opnemen als bij het verbranden van bomen vrijkomt. Om die reden wordt de CO2 uitstoot van boomverbranding bij een vergelijking met steenkoolverbranding niet meegerekend.

Klinkklare onzin natuurlijk, want het verbranden van een boom is zo gebeurd, maar het groeien van een boom totdat die net zo groot is als de verbrande boom kost tientallen jaren. Vooral de laatste jaren is er steeds meer kritiek op het gebruik van hout voor het opwekken van energie. Aan het publiek ontgaat het niet dat er ook in Nederland massaal bomen worden gekapt en dat vervanging daarvan ver achterloopt bij het kappen van de bomen.

Dat pellets al lang niet meer uit Nederland zelf komen, maar uit de VS en Canada moeten worden aangevoerd (door schepen die op vieze stookolie varen) en dat er geen garantie is dat die pellets uit duurzaam beheerde bossen komen wordt door de gemeente voor lief genomen. “Wij kunnen dat niet dwingend voorschrijven” en het zou aan de gebruiker zijn om die keuze te maken. M.a.w. daar wenst de gemeente zich geen zorgen over te maken.

Tijdens de hoorzitting n.a.v. het bezwaar op 6 augustus erkende de luchtspecialist van de gemeente dat staatssecretaris Stientje van Veldhoven besloten had de subsidie op pelletkachels stop te zetten, omdat de CO2-reductie niet opweegt tegen de negatieve milieueffecten. Eea staat in het Schone Lucht Akkoord.

Tijdens diezelfde hoorzitting bleek overigens dat noch de vergunning aanvrager (Exploitatie Maastschappij Komfort), noch de gemeente een idee had hoeveel hout er zou worden gestookt (dus hoeveel de uitstoot van fijnstof en CO2 zou zijn) en evenmin wat het zou gaan kosten als de tijdelijke logiesruimten zouden worden voorzien van een (elektrische) close-in boiler.

Het standpunt van de gemeente dat een pelletkachel duurzamer is dan het gebruik van elektra is nogal bizar. Het zou betekenen dat we beter weer in auto’s kunnen gaan rijden voorzien van een aanhangwagentje met een houtvergistingsinstallatie (zoals in de na de II WO) in plaats van de benzine auto zoveel mogelijk te vervangen door elektrisch aangedreven auto. En het betekent dat in woningen die afgekoppeld worden van gas beter een pelletkachel of houtfornuis geplaatst zou kunnen worden dan ze te voorzien van elektrische fornuizen.

Mede gelet op het feit dat de hoorzitting plaatsvond op 6 augustus en het besluit op bezwaar daags daarna werd genomen is het zeer de vraag of het besluit op bezwaar aan de verantwoordelijk GroenLinks wethouder Lot van Hooijdonk (groen, energie, milieu, mobiliteit) ter goedkeuring is voorgelegd. Gezien de brede steun in de gemeenteraad voor de motie om de klimaat noodtoestand uit te roepen moet het er voor gehouden worden dat de wethouder door de ambtelijke dienst overal buiten gehouden is.

Je vraagt je af hoe serieus de klimaatnoodtoestand door de gemeente Utrecht (althans de ambtelijke dienst van de gemeente Utrecht) genomen wordt en veel burgers zullen ook afvragen waarom ze op hoge kosten worden gejaagd ivm de energietransitie (elektra ipv gas) als ze op Kromhoutkazerne met hout mogen stoken om zich te kunnen wassen en douchen.

Hoe onafhankelijk is het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)?

Het antwoord is: niet. De NEN is een stichting. Die stichting stelt zich ten doel normen op te stellen voor alles en nog wat. Best nuttig, want als fabrikanten producten op de markt brengen die aan NEN-normen voldoen, weet je wat je koopt.

De overheid maakt veel gebruik van de NEN. Bijvoorbeeld in het Bouwbesluit door voor te schrijven dat materialen en constructies aan bepaalde NEN-normen moeten voldoen. Daardoor kan het lijken alsof de NEN een officiële overheidsinstantie is. Dat is het dus niet.

Een voorbeeld. Tegenwoordig moet bij een aanvraag voor een bouwvergunning een epc-berekening overgelegd worden (energie prestatie). Hoe die berekening moet worden uitgevoerd, daar heeft de NEN een normblad voor uitgebracht. Volgens dat normblad mag je bij de berekening, voor wat betreft stadsverwarming, uitgaan van een rendement van minimaal 110 %.

Een rendement van 110% betekent dat er meer energie (in dit geval warmte) uit komt dan er in wordt gestopt in de vorm van gas, olie, steenkool, biomassa. Dat kan natuurlijk niet, al was het maar vanwege de aanzienlijke warmte verliezen ivm kilometers lang transport door leidingen met veel bochten. Toch mag volgens de NEN een rendement aangehouden worden van minimaal 110%.

Dat 110% mag, is besloten door een commissie van de NEN, waarin ondernemend nederland ruim is vertegenwoordigd. Ondernemend nederland heeft weinig belang bij strenge milieu eisen. Wie er in de betreffende commissie zit, daar valt niet goed achter te komen.

Een ander voorbeeld. Om sigaretten minder schadelijk te maken zijn er internationale normen vast gesteld voor de mate waarin daarin teer, nicotine en koolmonoxide mag voorkomen. Volgens de sigarettenfabrikanten voldoen alle sigaretten die in Nederland op de markt worden gebracht daar aan. Volgens het RIVM geldt dat niet voor 40% van de onderzochte sigaretten.

De minister is niet bereid handhavend op te treden tegen de fabrikanten wier sigaretten teveel teer, nicotine en koolmonoxide bevatten en beroept zich daarbij op acceptabele overschrijdingsmarges die mede door de NEN zijn bepaald. In de betreffende NEN commissie zijn vertegenwoordigers van de tabaksindustrie in de meerderheid, 7 van de 10. Inmiddels niet meer, want het RIVM heeft zich uit de commissie teruggetrokken, dus nu bestaat de commissie nog uitsluitend uit vertegenwoordigers van de takaksindustrie.

Kortom: de NEN is alles behalve onafhankelijk want wordt gedomineerd door ondernemend nederland. Door in wet- en regelgeving voor te schrijven dat aan NEN- normen moet worden voldaan zorgt de overheid ervoor dat wij naar de pijpen van ondernemend nederland moeten dansen.

Zie: https://www.tabaknee.nl/nieuws/item/1767-lopende-juridische-zaken-van-stichting-rookpreventie-jeugd-1767

College Utrecht danst naar de pijpen van Eneco

Naomi Klein brak in haar boek No Time (2014) een lans voor kleinschalige energie voorzieningen, omdat die te beheren en te controleren zijn door een lokaal bestuur waarbij de plaatselijke bevolking nog wat te zeggen heeft. Die zou bijvoorbeeld kunnen beslissen alleen energie (en warmte) te leveren die niet wordt opgewekt door steenkool en niet door bomen en bossen (‘biomassa’) als brandstof te gebruiken.

NUON, voortgekomen uit provinciale bedrijven, is inmiddels eigendom van de multinational Vattenfall. Eneco, eigendom van een groot aantal Nederlandse gemeenten, is op zoek naar een koper. Shell heeft zich al gemeld. Kortom, het grote geld maakt ook in de energiesector de dienst uit, de energieconsument en de lokale bevolking hebben steeds minder te zeggen maar draaien wel op voor de kosten van de zogenaamde energietransitie.

Grote spelers in de markt als Eneco en  Vattenfall lopen de deur plat bij ministeries en de EU en weten de regelgeving (en de subsidiepot!) naar hun hand te zetten. De vermarkting van nutsbedrijven heeft monsters gebaard. Zo heeft de energielobby het voor elkaar gekregen dat ze hout (bomen) als brandstof mogen gebruiken zonder de extra CO2 die daardoor wordt uitgestoten mee te hoeven rekenen bij de CO2-uitstoot van hun energieproductie. En ze krijgen er nog subsidie voor ook.

De productie van elektriciteit gaat vaak samen met die van warmte doordat elektriciteit vaak wordt gegenereerd met stoomturbines: water wordt met gas of kolen verhit en de stoom die daardoor vrijkomt wordt gebruikt om turbines aan te drijven. Een als je dan toch water aan het verhitten bent, dan kan je dat ook doen voor de stadsverwarming. Van “restwarmte” is echter nauwelijks sprake. Of je gebruikt het hete water voor de turbines of je gebruikt het voor de stads­verwarming.

Eneco wil ons echter doen geloven dat het hete water voor de stadsverwar­ming vrij komt en overblijft (vandaar “restwarmte”) bij de productie van elektriciteit op Lage Weide. Dat is ook nog eens niet waar omdat veel van de in Utrecht gebruikte elektriciteit afkomstig is niet van de gas gestookte centrales op Lage Weide maar van kolencentrales in en buiten Nederland omdat kolen al jaren goedkoper zijn dan gas.

Eneco wil zoveel mogelijk woningen en kantoren op de stadsverwarming aansluiten. En dus beweert Eneco dat stadsverwarming duurzaam is, want een rendement heeft van meer dan 125%. Wat natuurlijk onzin is. Stop je er aan de ene kant 1 miljoen Megawattuur in aan gas, dan komt er aan de andere kant heus geen 1,25 miljoen Megawattuur uit in de vorm van elektra en of warmte. Je mag blij zijn als er een ren­dement wordt gehaald van pakweg 70%.

Een hele slechte zaak is dat dat rendement van 125% van de stads­verwarming (jarenlang werd zelfs van 177% uitgegaan) wel van de gemeente Utrecht als vaststaand mag worden aangenomen bij de bere­ke­ning van de energieprestatie van nieuw te bouwen woningen. Dat betekent namelijk dat aan de wettelijke energieprestatienorm kan worden voldaan zon­der allerlei noodzakelijke isolatie en dat er in de praktijk van duurzame woningen en van vermindering van CO2 uitstoot weinig of niets terecht komt.

Het college van de gemeente Utrecht stelt zich op het standpunt dat als Eneco roept dat de stadsverwar­ming een rendement heeft van 125%, dat dan ook zo is. Volgens de regelgeving echter moet het college controleren of die 125% klopt en wel of niet akkoord gaan, maar dat vindt het college al jaren teveel werk. Of nieuwe woningen die op de stadsverwarming zijn of worden aangesloten aan de eisen van energieprestatie voldaan is dus zeer de vraag, waar­schijnlijk is dat niet zo. Met dank dus aan het college dat daar niet op toe wil zien.

Volgens het college is het genoeg dat de door Eneco zelf opgestelde “kwaliteitsverklaring” is geregistreerd bij het Bureau CRG (Controle en Registratie Gelijkwaardigheidsverklaringen). Dat Bureau CRG is echter een particuliere club en de controle en registratie heeft juridisch geen enkele waarde. Op de website van dat bureau staat dan ook terecht dat de gemeente zelf verantwoordelijk blijft voor het accepteren van een kwaliteitsverklaring. Zeker nu het gaat om een door Eneco zelf beweerd onwaarschijnlijk rendement van meer dan 125% behoort het college dat niet voor zoete koek te slikken.

Voorlopig blijft de stadsverwarming afhankelijk van gas en (voor 20%) van het opstoken van bos. Het valt niet in te zien waarom dat duurzamer zou zijn dan de HR cv-ketel. Integendeel: bij het transport van heet water door het warmtenet gaat enorm veel warmte verloren en de druk die nodig is om het hete water door het fijn vertakte warmtenet (met veel haakse bochten!) te persen vergt heel veel energie. En dan hebben we het nog niet over de kosten en de energie die nodig zijn om dat warmtenet aan te leggen en onderhouden.

Dat burgers zich afvragen waarom ze eigenlijk van het gas af moeten, terwijl het alternatief, de stadsverwarming, minstens de komende 10 jaar grotendeels van gas afhankelijk blijft en door transportverliezen helemaal niet duurzamer is, ligt voor de hand. Ze hebben gelijk. Ze worden met extra kosten opgezadeld terwijl er van verduurzaming geen sprake is. Onder het mom van duurzaamheid behartigt het college Utrecht de belangen van multinational Eneco door het bedrijf aan een warmtemonopolie te helpen waardoor het voor de levering van warmte kan gaan vragen wat het wil.

 

Vrijwilligers gezocht

De SSLU zet zich sinds 2005 in voor schone lucht in Utrecht. Dat doen we door voorlichting, het informeren van raadsleden en als het moet door het maken van bezwaar en het instellen van beroep tegen plannen/besluiten van de gemeente die slecht zijn voor de luchtkwaliteit: voor de gezondheid, het milieu en het klimaat.

De luchtkwaliteit wordt niet alleen verslechterd door teveel auto- en vrachtverkeer (en bromfietsen) in de stad, maar steeds meer ook door houtrook en de uitstoot van teveel CO2. De SSLU heeft daarom ook actie gevoerd tegen de biomassainstallatie van de Eneco. De SSLU is ook een tegenstander van de uitbreiding van de stadsverwarming, omdat die erg energie-onzuinig is en gebruikers van de stadsverwarming afhankelijk maakt van een leverancier waarop ook de gemeente geen enkele invloed heeft.

Wij zoeken vrijwilligers die mee willen denken, ook vrijwilligers die eventueel in het bestuur van de stichting willen zitten. Wij zoeken mensen die tegen houtrook, tegen energieverspilling en tegen teveel autoverkeer in de stad zijn.

Wie belangstelling heeft: stuur een mailtje naar stopluchtverontreiniging@gmail.com of bel op (06 45 172 472 Kees van Oosten)

CO2-uitstoot in Utrecht interesseert de gemeente niet

Naar aanleiding van een bericht in de DUIC over 550 vrachtwagens die 5,6 miljoen liter beton zouden aanvoeren voor de bouw van de Galaxy tower op de Croeselaan, deed de SSLU een wob-verzoek om inzage te vragen in documenten waaruit blijkt:

  • dat bij de berekening van de jaarlijkse CO2-uitstoot in Utrecht rekening is gehouden met de productie van die 5,6 miljoen liter beton en andere bouwmaterialen (staal, glas e.d.) voor de Galaxy-tower en meer in het algemeen met  bouwmaterialen voor de realisering van alle nieuwbouw in het stationsgebied.
  • dat bij de berekening van de jaarlijkse CO2-uitstoot (en de uitstoot van NO2 en fijnstof) rekening is gehouden met het transport van bouwmaterialen en bouwinstallaties van en naar bouwlocaties in het stationsgebied.
  • dat bij de berekening van de te verwachte CO2-uitstoot rekening is gehouden met werkzaamheden en bouwmaterialen die gebruikt worden bij de aanleg van de opgewaardeerde NRU (langs Overvecht)
  • dat de CO2 uitstoot i.v.m. bouwmaterialen in het stationsgebied worden meegenomen bij het bewaken van de klimaatdoelstelling: in 2020 een reductie van de uitstoot van CO2 van 25% t.o.v. de uitstoot in 1990.

Uit het wob-besluit van 27 maart 2019 blijkt dat de gevraagde documenten er niet zijn. Het besluit voegt ter toelichting nog toe; de CO2-uitstoot door langzaam verkeer, trein, tram, bouwmachines is niet bekend en wordt niet meegerekend. Hetzelfde geldt voor het maken van producten, bouwwerken, vliegreizen van Utrechters, voedsel e.d.

Over de klimaatdoelstelling reductie van 25% in 2020 t.o.v. de CO2-uitstoot in 1990 staat in het wob-besluit dat die niet in het college akkoord staat. Een merkwaardig argument. De rechter heeft in de Urgenda zaak bepaald dat de overheid onrechtmatig handelt als zij er niet voor zorgt dat de CO2-uitstoot in 2020 met 25% is gedaald t.o.v. 1990.  Die opgave geldt uiteraard niet alleen voor de rijksoverheid, maar ook voor de lokale overheid en dus ook voor de gemeente Utrecht.

Hoe serieus de gemeente Utrecht de noodzaak neemt de CO2-uitstoot terug te dringen blijkt uit het wob-besluit. Namelijk niet. Zeer relevante gegevens die voor de berekening van de CO2-uitstoot nodig zijn worden niet bijgehouden en of de CO2-uitstoot in 2020 met 25% t.o.v. 1990 zal zijn teruggedrongen is een vraag die de gemeente Utrecht kennelijk niet bezighoudt.

Beroep ivm omgevingsvergunning Galaxy tower

Samen met de Klimaatpartij heeft de SSLU beroep ingesteld ivm de verleende omgevingsvergunning voor de Galaxy tower waarvan inmiddels de fundering gelegd is.

Het beroep is ingesteld omdat de gemeente naar het oordeel van SSLU/Klimaatpartij niet akkoord had kunnen gaan met de Energieprestatie berekening (EPC). Het gebouw draagt ten onrechte het predicaat klimaatvriendelijk.

Dat de EPC-berekening zo gunstig uitvalt komt vooral omdat voor de aansluiting op de stadsverwarming een te hoge energiebesparing is gerekend. Volgens de omgevingsvergunning mocht worden gerekend met een rendement van de stadsverwarming van minimaal 125%.

Op 15 april om 11.00 uur buigt de rechtbank zich over het beroep.

Voor geïnteresseerden:

brief aan rechtbank 24-3-2019. utr 19-452 CHWA V8 (Galaxy tower)

Schoonrekenen in Utrecht, nu ook met CO2.

In 2010 moest aan de NO2-norm voldaan worden, in 2016 waren er nog steeds overschrijdingen. Met CO2 gaat het net zo.

Nadat de gemeente Utrecht jarenlang de lucht schoonrekende, rekent de gemeente nu ook de uitstoot van CO2 omlaag. Alles om te zorgen dat de stad volgebouwd kan worden en het autoverkeer geen strobreed in de weg hoeft te worden gelegd. De grootste collegepartij GroenLinks is één van de grote pleitbezorgers van de nieuwe snelweg tussen de A2 en de A27 langs Overvecht waardoor het doorgaand verkeer langs Overvecht verdubbelt en ruim 1000 bomen moeten worden gekapt.

Om de uitstoot van CO2 in en door de gemeente Utrecht te berekenen neemt de gemeente alleen het verbruik van gas en elektra mee en het aantal gereden autokilometers per dag. Voor 2006 berekende de gemeente 4.284.272  autokilometers per dag, voor het jaar 2015 kwam de gemeente uit op 2.776.581 per dag. Over schoonrekenen gesproken. Wat wijselijk niet in de berekening wordt meegenomen is de CO2-uitstoot die nodig is om bouwmaterialen te produceren en te vervoeren die nodig zijn om Utrecht vol te bouwen: beton, stenen, glas, staal, kunstofkozijnen e.d. Die komen van buiten Utrecht. Utrecht is een snel bouwende stad. De CO2-uitstoot in Utrecht neemt niet af, maar juist toe. Burgers worden op hoge kosten gejaagd voor isolatie en de overgang van gas naar elektra, maar de gemeente zelf gooit er wat de CO2-uitstoot betreft een schepje bovenop: meer bouwen en meer verkeer.

Hoe ging het ook al weer met de luchtkwaliteit?
In 2016 werd volgens de Monitoringsrapportage Lucht 2017 van de gemeente (p.5) in Utrecht nog steeds niet aan de NO2-norm voldaan, terwijl dat volgens de Europese regelgeving (Richtlijn 1999/30) uiterlijk in 2010 het geval had moeten zijn. In 2009 werd door de EU uitstel verleend op voorwaarde dat in 2015 als nog aan de norm zou wor­den voldaan. Maar ook in 2015 werd dus nog steeds niet aan de norm voldaan.

Wat de wanprestatie van de gemeente Utrecht zo opmerkelijk maakt is dat we in 2008 met een economische crisis te maken kregen die jaren heeft geduurd, waardoor met name het vrachtverkeer afnam. De NOx-emissies namen daardoor met 8% af, wat het halen van de norm in 2010 een stuk makkelijker maakte. [1]  Daar komt nog bij dat de NO2-concentratie  aanvankelijk berekend moest worden op 1,5 meter van de rand van de weg en naderhand, door versoepeling van de regelgeving,  op 10 meter van de rand van de weg.  Bij een drukke weg scheelt dat al gauw 5 microgram/m3 NO2. Dat maakt het ook al makkelijker om aan de norm te voldoen.

Wat heeft dan gemaakt dat de gemeente Utrecht er ondanks deze twee grote meevallers nog steeds niet in slaagde in 2015 aan de NO2-norm te voldoen? Het antwoord is: in de periode 2001-2006 werden plannen voorbereid om het Stationsgebied aan te pakken, wat volgens het eind 2006 vastgestelde Structuurplan Stationsgebied een toevoeging inhield van 45.000 m2 winkelruimte, 70.000m2 leisure, 240.000 m2 kantoren, 35.000 m2 cultuur, 29.000 m2 hotel, 8.800 m2 horeca, 1000 woningen en ca. 6000 parkeerplaatsen. Toen dat structuurplan werd vastgesteld wisten het college en de gemeenteraad dat als gevolg daarvan de NO2-norm ook in 2015 niet zou worden gehaald.[2]

Met andere woorden: het gemeentebestuur besloot eind 2006 de herontwikkeling van het Stationsgebied belangrijker te vinden dan het tijdig aan de NO2-normen voldoen en bleef dat ook in de jaren daarna belangrijker vinden en vindt dat nog steeds belangrijker. Dat er nog in 2015 sprake was van een overschrijding is dus simpelweg het gevolg van een keuze van het gemeentebestuur: de keuze om zich er door de EU-regelgeving niet van te laten weerhouden het Stationsgebied  grootschalig te herontwikkelen.

In het mede door de gemeente Utrecht opgestelde “Regio in beweging” (2013) stond over de automobiliteit van en naar het Stationsgebied “De verwachte ontwikkeling van de automobiliteit in heel Nederland valt erbij in het niet. Ook als de daadwerkelijke ontwikkelingen minder fors blijken te zijn dan in deze prognoses is er nog sprake van een extreme ontwikkeling en dat in een gebied dat nu al overbelast is” (p.23) Daar werd eind 2006 dus door het gemeentebestuur van Utrecht welbewust voor gekozen bij de vaststelling van de Structuurplan Stationsgebied.  Je aan de wet houden is mooi, schone en gezonde lucht is mooi, maar niet ten koste van de herontwikkeling van het Stationsgebied en niet ten koste van de groei van  het autoverkeer.

Klimaat neutraalrekenen
Recentelijk heeft de Klimaatpartij beroep ingesteld tegen de omgevingsvergunning voor het Galaxyhotel, een gebouw van 90 meter hoog met 317 woningen en 250 hotelkamers. Bij de aanvraag voor nieuwbouw moet een energie prestatie berekening (EPC) overgelegd worden. Daar wordt in de praktijk door de gemeente nauwelijks naar gekeken, met het gevolg dat die berekeningen de energieprestatie veel te gunstig voor kunnen stellen en dat de vergunning niettemin wordt verleend. In dit geval blijkt bij het narekenen dat de EPC ca. 80% hoger is dan het wettelijk maximum. Het gevolg is dat de toekomstige bewoners en gebruikers veel hogere energie­rekeningen krijgen en dat er 80% meer CO2 wordt uitgestoten dat door de aanvrager is berekend, wat neerkomt op ca 580 ton per jaar.

Bij nieuwbouw moet ook een milieu prestatie berekening (MPG) overgelegd worden om inzicht te geven in de energie/CO2 die nodig is geweest voor de productie en het transport van bouwmaterialen. Die MPG is niet overgelegd. Niettemin is de vergunning verleend.

Kortom, het gaat in Utrecht het klimaatberekeningen al net zo als met luchtkwaliteitsberekeningen: er moet hoe dan gebouwd worden ook als dat niet strookt met de milieuregelgeving.

[1]Recessie brengt halen van luchtdoelen dichterbij’ betoogden Robert Koelmeijer, Eric Driessen en Sonja Kruit­wagen van het Planbureau voor de Leefomgeving Tijdschrift Lucht nr.4  Augustus 2009
[2] Volgens de Luchtrap­por­tage Stationsgebied zouden er als gevolg van de stationsplannen (incl. maatregelen!) in 2015 nog overschrij­din­gen zijn: Kinglaan (47 µg/m3), Westplein (43 µg/m3), Daalsetunnel (43 µg/m3), Weerdsingel (45 µg/m3). In deze  vooruitberekening waren nog niet eens meegenomen de toe te voegen 240.000 m2 kantoor, de 45.000 m2 winkels, de 8.800 m2 horeca en de 29.000 m2 hotel.