Failliet luchtkwaliteitsbeleid Utrecht

Donderdag 25 augustus 2016 houdt de Utrechtse gemeenteraad een ‘raadsinformatieavond’. Dat houdt in dat leden van de gemeenteraad zich door ambtenaren laten voorlichten en als er dan tijd over is mogen burgers ook wat zeggen. Dat moet allemaal binnen een uur, zodat burgers hun verhaal in enkele minuten moeten afraffelen. De SSLU heeft besloten niet meer aan deze schijn informatie/inspraak mee te doen en haar visie schriftelijk aan het publiek, de gemeente­raad en het college ter kennis te brengen.

Conclusies
Het standpunt van de SSLU is kort gezegd dat alle actieplannen/beleid/onderzoek van de gemeente sinds 2005 geen enkel positief effect hebben gehad en dat het geld dat daaraan is uitgegeven (ruim75 miljoen) over de balk is gegooid. De Utrechtse Rekenkamer kwam in 2011 (“Geen vuiltje aan de lucht”) al tot de conclusie dat de maatregelen die de gemeente genomen heeft of zou hebben genomen geen aantoonbaar effect hadden gehad.

In 2005 werd door het RIVM berekend dat er in Nederland elk jaar 18.000 mensen te vroeg dood gaan door luchtverontreiniging (in de orde van 10 jaar te vroeg). Omgerekend naar Ut­recht komt dat neer op ruim 300 gevallen van voortijdige sterfte per jaar. Het aantal ver­keersdoden in Utrecht schommelt om de 12. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dat aantal van 300 voortijdige sterftes sinds 2005 minder is geworden. Integendeel: het auto- en vrachtverkeer (de grootste boosdoe­ner) in Utrecht is sinds 2005 fors toegenomen.

Bedacht moet overigens worden dat mensen die voortijdig sterven door luchtverontreiniging doorgaans al vele jaren te kampen hebben met een slechte gezondheid. Het aantal Utrechters met gezondheidsschade door luchtverontreiniging is minstens 10 x het aantal voortijdige sterf­tes door luchtverontreiniging. Wie gezond oud wil worden kan dus maar beter niet in Utrecht wonen. En wie last heeft van astma of copd doet er echt beter aan uit Utrecht te vertrekken.

De bittere waarheid van 10 jaar Utrechts luchtkwaliteitsbeleid is dat de gemeente alles uit de kast gehaald heeft om juist niet aan de EU-normen te voldoen, want daarvoor zou het nodig zijn het autoverkeer drastisch te beperken en het stationsgebied niet vol te bouwen. En méér auto’s, méér parkeervoorzieningen en meer hoogbouw in het stationsgebied worden in de Ut­rechtse politiek, van groenlinks tot rechts, kennelijk veel en veel belangrijker gevonden dan het vermij­den van 300 doden per jaar door luchtverontreiniging.

Onderbouwing
Wat de overheid vertelt is niet waar
Wat de overheid (inclusief onze eigen gemeente) ons vertelt over luchtverontreiniging heeft met de waarheid weinig van doen. In 1999 spraken EU-landen met elkaar af dat in 2010 zou worden voldaan aan de NO2-norm en dat die norm daarna zou worden aangescherpt van 40 microgram/m3 naar 20 microgram/m3. In 2006 betoogde de gemeente dat in 2010 zeker aan die norm zou worden voldaan. Inmiddels weten we dat zelfs vandaag nog niet overal aan de norm wordt voldaan.

Hieronder een passage uit de conclusie van dupliek namens de gemeente in een procedure in 2006.

4.5 conclusie dupliek segaar


Onverschilligheid over gezondheidseffect

Op het WOB-verzoek van 18-1-2016 om uit documenten te laten blijken “wat in feite het nut is geweest (uitgedrukt in microgram/m3 NO2 lokale bijdrage) van het Utrechts gemeentelijk luchtkwaliteitsbeleid” nam het college op 23 juni 2016 het besluit dat zo’n document er niet is. Met andere woorden: de gemeente heeft nooit een poging gedaan om te berekenen of te meten wat nu het positief effect is geweest van alle sinds 2005 opgestelde en uitgevoerde ac­tieplannen (totale kosten ruim 75 miljoen).

Het eerder genoemde rekenkamerrapport ‘Geen vuiltje aan de lucht’ (hoofdrapport blz. 21) wees er al op dat de ver­antwoordelijke ambtenaren niet geïnteresseerd waren in het effect van de Utrechtse maatregelen. De ambtelijke organisatie, zo stond in het rapport, “geeft aan dat het belang van zicht op de geleverde prestaties en resultaten relatief is, omdat de gemeente voor de NSL maatregelen een uitvoeringsplicht heeft en niet verantwoordelijk is voor het be­halen van het effect op de luchtkwaliteit“. Met andere woorden: dat er Utrechters ziek wor­den en voortijdig sterven zal de ambtelijke organisatie een zorg zijn, dat zoeken ze bij het NSL maar uit.

Hoewel dat heel erg voor de hand zou liggen, heeft de GGD Utrecht nooit enig onderzoek ge-daan om uit te zoeken of er langs drukke straten meer kinderen astma hebben, mensen eerder overlijden en vaker aandoeningen hebben die met luchtverontreiniging te maken hebben. In de gezondheidsmonitor wordt nauwelijks aandacht besteed aan luchtverontreiniging, terwijl verontreinigde lucht de grootste killer is van de stad.

Lokale bijdrage niet afgenomen
Of al die Utrechtse actieplannen voor luchtkwaliteit de lucht wel of niet schoner hebben ge­maakt is niet zo moeilijk te beoordelen en daarom is het zo opvallend dat dat niet gebeurt.. Om te berekenen wat de totale concentratie stikstofdioxide (NO2) is in een straat moet je bij de “achtergrondconcentratie” optellen de NO2-uitstoot van het verkeer in die straat: de zoge-naamde “lokale verkeersbijdrage“. Dat het in de ene straat viezer is dan in een andere straat komt vrijwel alleen omdat in de ene straat meer verkeer is dan in de andere straat.

De achtergrondconcentratie wordt vaak voorgesteld als een deken die over de stad ligt. Vol­gens deskundigen van de gemeente heeft het gemeentelijk beleid daar geen invloed op omdat die grotendeels veroorzaakt wordt door uitstoot van bedrijven, huishoudens (cv), landbouw, snelwegen en het buitenland. De pieken die in de grafiek boven de achtergrondconcentratie uitsteken geven de “lokale verkeersbijdrage” aan. Die pieken zijn drukke straten.

concentratiepatroon NO2

Voor zover de concentratie NO2 in de stad sinds 2005 lager schijnt te zijn geworden kan dat vrijwel vol­ledig wor­den verklaard door 2 factoren waar de gemeente geen invloed op heeft: de daling van de achtergrondconcentratie en het “schoner” worden van auto’s: de uitstoot NO2 per ge­mid­­delde auto (althans de emissie waarmee gerekend wordt!) is sinds 2005 verminderd. Alleen al daarom kan de conclusie zijn dat de actieplannen van de gemeente niets hebben uit­gehaald. Daar komt echter nog bij dat de lucht in toenemende mate wordt schoongerekend.

Versoepeling regelgeving:
Tot 2007 gold de norm van 40 microgrqam/m3 NO2 op een afstand van 5 meter van de rand van de weg. Inmiddels geldt de norm op een afstand van minimaal 10 meter van de rand van de weg. Bij drukke wegen scheelt dat al gauw 5 microgram/m3 NO2.

In strijd met Europese regelgeving gaat ook de gemeente Utrecht er van uit dat niet aan de norm hoeft te worden voldaan op plaatsen waar het publiek niet mag komen of waar niet ge-woond wordt. In de praktijk betekent dat dat in veel gevallen ook niet meer gerekend wordt op een afstand van 10 meter van de rand van de weg (was tot 2007 dus 5 meter).

Doordat niet meer overal op een afstand van 5 meter van de rand van de weg gerekend hoeft te worden hoeft dus niet meer op de meeste rijwielpaden en trottoirs aan de norm te worden voldaan!

Het valt eenvoudig te begrijpen dat de lucht die anno 2016 volgens de gemeente net aan de norm voldoet een stuk viezer en ongezonder is dan de lucht die volgens de regels anno 2005 aan de norm voldeed.

Overigens, van aanscherping van de NO2-norm zoals in 1999 beoogd, is inmiddels afgezien. Aan de norm voldoen (40 microgram/m3 NO2) betekent dat er ‘maar’ 300 Utrechters elk jaar voortijdig overlijden door luchtverontreiniging. De WHO-norm is 20 microgram/m3 NO2.

Symboolmaatregel 1: milieuzone
Volgens de berekeningen van de gemeente zelf zou het effect van de milieuzone in de milieu-zone niet meer zijn dan 0,11 microgram/m3 NO2 (personenauto’s). Gelet op de norm van 40 microgram/m3 is die verbetering verwaarloosbaar klein. Doordat auto’s met een relatief hoge NO2-uitstoot om de (kleine) milieuzone heenrijden is het effect van de milieuzone buiten de milieuzone juist negatief. Het effect van de milieuzone voor roet is volgens de metingen van TNO zo mini­maal dat daar geen betekenis aan kan worden toegekend.

De gemeente heeft er bewust voor gekozen om de 3200 parkeerplaatsen (P2 en P4) langs de Overste den Oudenlaan buiten de milieuzone te houden, zodat Jaarbeurs en het stadskantoor optimaal ook voor ‘vieze’ auto’s bereikbaar blijven. Zo goed heeft de gemeente het dus met de luchtkwaliteit voor.

De milieuzone kost ruim 10 miljoen (inclusief wat automobilisten moeten uitgeven om hun auto te vervangen), het gunstig effect is ondanks beweringen van wethouder Van Hooijdonk (de lucht in Utrecht zou 30% schoner worden) en het enthousiasme van Milieudefensie en de Kracht van Utrecht te verwaarlozen. Kortom: symboolmaatregel 1. Bedoeld om geen werke-lijk effectieve maatregelen te hoeven nemen (minder autoverkeer).

De werkelijke functie van het luchtkwaliteitsbeleid
De Nederlandse overheid, de gemeente Utrecht niet uitgezonderd, begon zich pas druk te maken over de luchtverontreiniging toen de EU-normen dreigden de ‘ruimtelijke ontwikke-keling’ in de weg te staan. Burgers en actiegroepen begonnen in 2004 en 2005 naar de recht-bank en de Raad van State te lopen om met een beroep op de EU-normen te voorkomen dat er steeds meer asfalt en hoogbouw in en rond de stad werd aangelegd. En dat was duidelijk niet de bedoeling.

Om ervoor te zorgen dat luchtkwaliteit en gezondheid geen argumenten konden zijn om af te zien van steeds meer asfalt en steeds meer ambitieuze en lucratieve bouwprojecten (het sta-tionsgebied wordt tot de laatste vierkante meter volgebouwd om aan de grond te verdienen en bouwend nederland aan werk en winst te helpen) werd de regelgeving versoepeld, werd er op grote schaal door de overheid met de berekeningen van de luchtkwaliteit gesjoemeld en werd het publiek met veel propaganda en symboolmaatregelen (milieuzone) wijs gemaakt dat het steeds beter ging met de luchtkwaliteit.

Het failliet van de gemeenteraad
In deze korte notitie staat niets wat al niet veel vaker door de SSLU in notities en in mailtjes aan raadsleden en het college ter kennis is gebracht. Wat in die notities en mailtjes staat wordt niet door raadsleden en het college tegen gesproken, het wordt eenvoudig genegeerd. Dat de rechtbank heeft geoordeeld dat het effect van de milieuzone mogelijk marginaal is, dat ook in 2016 niet overal aan de NO2-norm wordt voldaan (terwijl de gemeente in 2006 beweerde dat dat in 2010 zeker het geval zou zijn), dat het college geen document kan tonen waaruit het po-sitieve effect van de Utrechtse maatregelen blijkt en dat er mogelijk elk jaar 300 Utrechters te vroeg overlijden, maakt allemaal niet (al jaren niet) dat raadsleden berekeningen en rapporten van de afdeling Milieu en Mobiliteit kritisch bekijken en het de wethouder lastig maken die daardoor ongestraft de grootst mogelijk onzin kan blijven debiteren over de milieuzone.
Hooijdonk: door 2 procent te weren 30 procent schoner
Het failliet van het luchtkwaliteitsbeleid is daarom het failliet van de gemeenteraad. De ge­meenteraad is zogenaamd ‘volksvertegenwoordiger’, maar vertegenwoordigt niet het volk en de gezondheid van het volk, maar behartigt het belang van de “ontwikkeling” van de stad, dat wil zeggen het belang van de Jaarbeurs, Hoog Catharijne, van grote aannemers en projectont­wikkelaars die de deur bij stadsontwik­keling en het college platlopen en het belang van al die rap­porten schrijvende ambtelijke en externe luchtkwaliteitsdeskundigen die de gemeenschap handen vol geld kosten. Dat de gemeenteraad in feite dié belangen behartigt en juist niet die van het volk maakt kritische notities over het luchtkwaliteitsbeleid van de gemeente tot een on­gemakkelijk waarheid waarover ook fracties als die van GroenLinks niet met de SSLU in het openbaar durven te debat­teren.
SSLU, 20-8-2016