In 2010 moest aan de NO2-norm voldaan worden, in 2016 waren er nog steeds overschrijdingen. Met CO2 gaat het net zo.
Nadat de gemeente Utrecht jarenlang de lucht schoonrekende, rekent de gemeente nu ook de uitstoot van CO2 omlaag. Alles om te zorgen dat de stad volgebouwd kan worden en het autoverkeer geen strobreed in de weg hoeft te worden gelegd. De grootste collegepartij GroenLinks is één van de grote pleitbezorgers van de nieuwe snelweg tussen de A2 en de A27 langs Overvecht waardoor het doorgaand verkeer langs Overvecht verdubbelt en ruim 1000 bomen moeten worden gekapt.
Om de uitstoot van CO2 in en door de gemeente Utrecht te berekenen neemt de gemeente alleen het verbruik van gas en elektra mee en het aantal gereden autokilometers per dag. Voor 2006 berekende de gemeente 4.284.272 autokilometers per dag, voor het jaar 2015 kwam de gemeente uit op 2.776.581 per dag. Over schoonrekenen gesproken. Wat wijselijk niet in de berekening wordt meegenomen is de CO2-uitstoot die nodig is om bouwmaterialen te produceren en te vervoeren die nodig zijn om Utrecht vol te bouwen: beton, stenen, glas, staal, kunstofkozijnen e.d. Die komen van buiten Utrecht. Utrecht is een snel bouwende stad. De CO2-uitstoot in Utrecht neemt niet af, maar juist toe. Burgers worden op hoge kosten gejaagd voor isolatie en de overgang van gas naar elektra, maar de gemeente zelf gooit er wat de CO2-uitstoot betreft een schepje bovenop: meer bouwen en meer verkeer.
Hoe ging het ook al weer met de luchtkwaliteit?
In 2016 werd volgens de Monitoringsrapportage Lucht 2017 van de gemeente (p.5) in Utrecht nog steeds niet aan de NO2-norm voldaan, terwijl dat volgens de Europese regelgeving (Richtlijn 1999/30) uiterlijk in 2010 het geval had moeten zijn. In 2009 werd door de EU uitstel verleend op voorwaarde dat in 2015 als nog aan de norm zou worden voldaan. Maar ook in 2015 werd dus nog steeds niet aan de norm voldaan.
Wat de wanprestatie van de gemeente Utrecht zo opmerkelijk maakt is dat we in 2008 met een economische crisis te maken kregen die jaren heeft geduurd, waardoor met name het vrachtverkeer afnam. De NOx-emissies namen daardoor met 8% af, wat het halen van de norm in 2010 een stuk makkelijker maakte. [1] Daar komt nog bij dat de NO2-concentratie aanvankelijk berekend moest worden op 1,5 meter van de rand van de weg en naderhand, door versoepeling van de regelgeving, op 10 meter van de rand van de weg. Bij een drukke weg scheelt dat al gauw 5 microgram/m3 NO2. Dat maakt het ook al makkelijker om aan de norm te voldoen.
Wat heeft dan gemaakt dat de gemeente Utrecht er ondanks deze twee grote meevallers nog steeds niet in slaagde in 2015 aan de NO2-norm te voldoen? Het antwoord is: in de periode 2001-2006 werden plannen voorbereid om het Stationsgebied aan te pakken, wat volgens het eind 2006 vastgestelde Structuurplan Stationsgebied een toevoeging inhield van 45.000 m2 winkelruimte, 70.000m2 leisure, 240.000 m2 kantoren, 35.000 m2 cultuur, 29.000 m2 hotel, 8.800 m2 horeca, 1000 woningen en ca. 6000 parkeerplaatsen. Toen dat structuurplan werd vastgesteld wisten het college en de gemeenteraad dat als gevolg daarvan de NO2-norm ook in 2015 niet zou worden gehaald.[2]
Met andere woorden: het gemeentebestuur besloot eind 2006 de herontwikkeling van het Stationsgebied belangrijker te vinden dan het tijdig aan de NO2-normen voldoen en bleef dat ook in de jaren daarna belangrijker vinden en vindt dat nog steeds belangrijker. Dat er nog in 2015 sprake was van een overschrijding is dus simpelweg het gevolg van een keuze van het gemeentebestuur: de keuze om zich er door de EU-regelgeving niet van te laten weerhouden het Stationsgebied grootschalig te herontwikkelen.
In het mede door de gemeente Utrecht opgestelde “Regio in beweging” (2013) stond over de automobiliteit van en naar het Stationsgebied “De verwachte ontwikkeling van de automobiliteit in heel Nederland valt erbij in het niet. Ook als de daadwerkelijke ontwikkelingen minder fors blijken te zijn dan in deze prognoses is er nog sprake van een extreme ontwikkeling en dat in een gebied dat nu al overbelast is” (p.23) Daar werd eind 2006 dus door het gemeentebestuur van Utrecht welbewust voor gekozen bij de vaststelling van de Structuurplan Stationsgebied. Je aan de wet houden is mooi, schone en gezonde lucht is mooi, maar niet ten koste van de herontwikkeling van het Stationsgebied en niet ten koste van de groei van het autoverkeer.
Klimaat neutraalrekenen
Recentelijk heeft de Klimaatpartij beroep ingesteld tegen de omgevingsvergunning voor het Galaxyhotel, een gebouw van 90 meter hoog met 317 woningen en 250 hotelkamers. Bij de aanvraag voor nieuwbouw moet een energie prestatie berekening (EPC) overgelegd worden. Daar wordt in de praktijk door de gemeente nauwelijks naar gekeken, met het gevolg dat die berekeningen de energieprestatie veel te gunstig voor kunnen stellen en dat de vergunning niettemin wordt verleend. In dit geval blijkt bij het narekenen dat de EPC ca. 80% hoger is dan het wettelijk maximum. Het gevolg is dat de toekomstige bewoners en gebruikers veel hogere energierekeningen krijgen en dat er 80% meer CO2 wordt uitgestoten dat door de aanvrager is berekend, wat neerkomt op ca 580 ton per jaar.
Bij nieuwbouw moet ook een milieu prestatie berekening (MPG) overgelegd worden om inzicht te geven in de energie/CO2 die nodig is geweest voor de productie en het transport van bouwmaterialen. Die MPG is niet overgelegd. Niettemin is de vergunning verleend.
Kortom, het gaat in Utrecht het klimaatberekeningen al net zo als met luchtkwaliteitsberekeningen: er moet hoe dan gebouwd worden ook als dat niet strookt met de milieuregelgeving.
[1] ‘Recessie brengt halen van luchtdoelen dichterbij’ betoogden Robert Koelmeijer, Eric Driessen en Sonja Kruitwagen van het Planbureau voor de Leefomgeving Tijdschrift Lucht nr.4 Augustus 2009
[2] Volgens de Luchtrapportage Stationsgebied zouden er als gevolg van de stationsplannen (incl. maatregelen!) in 2015 nog overschrijdingen zijn: Kinglaan (47 µg/m3), Westplein (43 µg/m3), Daalsetunnel (43 µg/m3), Weerdsingel (45 µg/m3). In deze vooruitberekening waren nog niet eens meegenomen de toe te voegen 240.000 m2 kantoor, de 45.000 m2 winkels, de 8.800 m2 horeca en de 29.000 m2 hotel.