Aan het College,
een week geleden stuurde ik u namens de Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht en de Stichting Klimaat030 een wob-verzoek m.b.t. de door het college goedgekeurde kwaliteitsverklaring van Eneco. De berekening van het rendement van de stadsverwarming vindt plaats aan de hand van normbladen die door het Nederlands Normalisatie Instituut (een particulier instituut) worden uitgegeven. NEN 7120 en NEN 7125 zijn de normbladen die voorschrijven hoe Eneco zijn kwaliteits verklaring moet opstellen. In die normbladen staat dat bij warmtenetten minimaal van een rendement van 110% mag worden uitgegaan, wat natuurlijk grote onzin is want een rendement kan theoretisch niet meer zijn dan 100% (aangenomen dat je de input met de output vergelijkt).
Om hoger uit te komen dan 100% vergelijkt men het rendement van willekeurig welk warmtenet met het rendement van bijvoorbeeld een oude geiser. Dan is het niet moeilijk hoger uit te komen dan 100%. Je kunt natuurlijk ook vergelijken met open kampvuurtje waar een pannetje boven hangt. Dan kom je misschien wel uit op 1000 %. Hoe het Nederlands Normalisatie Instituut op een rendement van minimaal 110% uitkomt en hoe je volgens die NEN bladen nog hoger kan uitkomen valt niet uit die normbladen zelf op te maken. In die normbladen worden heel veel normen gewoon aangenomen en niet onderbouwd. De vraag is: op welk gezag worden de aannames in die NEN-normbladen gebaseerd?
Het Nederlands Normalisatie Instituut, wat een particuliere business is, heeft allerlei commissies waarin “deskundigen” zitten. De vraag is dus: is de samenstelling van zo’n commissie representatief. Zitten daar bijvoorbeeld ook wetenschappers in verbonden aan universiteiten? Zitten er vertegenwoordigers in van (energie)consumenten organisaties en milieu organisaties? Zitten daar misschien ook ambtenaren in van ministeries en het RIVM? De SSLU en Klimaat030 is er niet in geslaagd te samenstelling te achterhalen van de commissies die NEN 7120 en NEN 7125 hebben opgesteld.
Interessant is de uitzending van Lubach op zondag over de invloed van de tabakslobby bij de opstelling van NEN-normen voor het onderzoek naar het teer- en nicotine gehalte van sigaretten. Zie attachment. Volgens het onderzoek van Lubach zitten er behalve de voorzitter en secretaris alleen maar vertegenwoordigers van de tabaksindustrie in die NEN-commissie en zijn de vertegenwoordiger van het ministerie en van het RIVM er om die reden uit teruggetrokken.
Een voor de hand liggende verdenking is nu dat dat onzinnige minimaal 110% rendement van warmtenetten ook te wijten is aan de overheersende rol van de warmtenetten lobby in de betreffende commissie van het Normalisatie Instituut. Wellicht een extra reden om de kwaliteitsverklaring van Eneco alleen te accepteren door daar door onafhankelijke deskundigen naar te laten kijken.
Drs. C. van Oosten
Bureau Rechtsbescherming
Amsterdamsestraatweg 83 bis
3513 AB Utrecht