Stop Luchtverontreiniging deed gisteren een oproep aan Utrechts wethouder Lintmeijer (GroenLinks) om op te stappen. Op het bericht kwamen drie kritische mailtjes binnen. De strekking van die mailtjes was eigenlijk dat Lintmeijer toch zijn best doet en dat het beter zou zijn hem daarbij te steunen in plaats van op zijn vertrek als wethouder aan te dringen. Ook de suggestie om Ingrid de Bondt (VVD) te vragen orde op zaken te komen stellen viel bij de reageerders verkeerd. Ingrid de Bondt is maar kort wethouder verkeer en luchtkwaliteit geweest (nadat GroenLinks in 2009 het college verliet), maar ze deed dat uitstekend. Ze kende haar dossier en ze liep niet weg voor kritiek en discussie. Dat is tamelijk uitzonderlijk. Dat kan je van Lintmeijer in ieder geval niet zeggen. Maar kennelijk mag Stop Luchtverontreiniging zich (althans van de drie reageerders) niet negatief uitlaten over een GroenLinks-wethouder en tegelijk waarderend uitlaten over een ex-VVD-wethouder. Zijn die drie reacties toevallig of moeten we er meer achter zoeken?
De in april 2005 opgerichte Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht mocht zich aanvankelijk verheugen in de steun van GroenLinks. Elke keer dat de Stichting een procedure bij de bestuursrechter of de Raad van State won tegen de gemeente Utrecht kwam er wel een mailtje van GroenLinks: van harte jongens, zet hem op! Die steun van GroenLinks heeft echter niet lang geduurd. De laatste keer dat de Stichting zo’n mailtje ontving was na de uitspraak van de bestuursrechter, waarin deze het besluit fly-over 24 Oktoberplein schorste (15 februari 2006). GroenLinks was destijds ook tegen de fly-over. Om aan het nieuwe college (2006-2010) mee te mogen doen ging GroenLinks echter, kort na de uitspraak van de bestuursrechter met de fly-over akkoord (kennelijk deden de overwegingen van de rechtbank er voor GroenLinks niet toe). En sinds GroenLinks in het college zat kreeg de Stichting geen mailtjes meer als de Stichting weer eens een procedure over luchtkwaliteit van de gemeente won. Veel van die procedures waren gericht tegen (onderdelen van ) de stationsplannen, waar GroenLinks als collegepartij eind 2006 mee instemde.
Een politieke partij als GroenLinks, die uitdrukkelijk voor het milieu wil opkomen, zou zich heel erg af moeten afvragen of het milieu er wel mee gediend is dat zij college- of regeringsverantwoordelijkheid nastreeft. De ervaring in Utrecht is zeer negatief. Om maar wethouders te mogen leveren is GroenLinks akkoord gegaan met alle verkeersplannen van het Aanvullend Investeringsprogramma Bereikbaarheid Stationsgebied (2003), inclusief de fly-over bij het 24 Oktoberplein en met het Structuurplan Stationsgebied (december 2006), waarvan destijds al vaststond dat die zouden leiden tot het voortduren van de overschrijding van de fijnstof- en stikstofdioxide normen tot ver na 2010. Dat een partij meer voor het milieu zou kunnen bereiken door in het college te gaan zitten dan door oppositie- en actie te voeren is overduidelijk niet het geval. GroenLinks heeft vanaf 2006 gezorgd voor een raadsmeerderheid voor groeiend autoverkeer en luchtvervuiling. Omdat GroenLinks zo nodig in het college moest zitten.
De beslissing in het college te willen zitten heeft er niet alleen toe geleid dat GroenLinks met een groot aantal voor het milieu schadelijke plannen akkoord is gegaan, maar ook dat het actievoeren aanzienlijk moeilijker is geworden. Als GroenLinks- raadsleden moeten kiezen tussen luchtkwaliteitsberekeningen van de gemeente of van actievoerders, kiezen ze ongezien voor de cijfers van de gemeente. Als er actie moet worden gevoerd tegen collegebesluiten haakt de achterban van GroenLinks af, want ja, het zijn toch onze wethouders? Als Lintmeijer drie jaar lang geen enkele concrete maatregel neemt om het autoverkeer terug te dringen, doet niemand bij GroenLinks zijn mond open, want ja, je valt je eigen wethouder toch niet af? Een wethouder van de VVD daar mag je tegen aan schoppen, maar ‘onze eigen’ wethouder daar moet je constructief en opbouwend mee blijven praten, ook al luistert hij niet.
Kiezen voor het milieu en tegen luchtverontreiniging is echter niet hetzelfde als aardig zijn voor GroenLinks. GroenLinks en wethouder Lintmeijer sparen voor kritiek brengt het milieu en de luchtkwaliteit in Utrecht op het ogenblik grote schade toe. Loyaal behoor je niet te zijn met een partij, maar met waar die partij voor hoort te staan. Er gaan elk jaar in Utrecht honderden mensen te vroeg dood door luchtverontreiniging, één op de zes kinderen heeft last van astma en Utrecht telt ruim 6000 COPD patienten. Mensen die vinden dat wij aardig moeten blijven voor GroenLinks en Lintmeijer, zouden zich moeten afvragen of het niet veel meer voor de hand ligt aardig te zijn en op te komen voor de slachtoffers van luchtverontreiniging.