Presentatie beroepschrift op bijeenkomst 12 maart! Zalencentrum Amaliadwarsstraat.
Op 13 juli 2012 heeft de Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht het OM verzocht de gemeente Utrecht te vervolgen ter zake van overtreding van normen en regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit, wat ernstige gezondheidsschade en vroegtijdig overlijden van honderden Utrechters tot gevolg heeft.
Volgens de in 1999 vastgestelde Europese regelgeving moest op 1 januari 2005 aan de fijnstofnorm worden voldaan en in 2010 aan de norm voor stikstofdioxide. In plaats van tijdig passende maatregelen te nemen heeft de gemeente Utrecht sinds 1999 juist ruimtelijke- en verkeersplannen voorbereid en vastgesteld die voor veel extra luchtverontreiniging zorgden. Op grond van berekeningen van het RIVM (2005) bevestigde de GG&GD Utrecht (2008) dat er elk jaar 315 Utrechters vroegtijdig overlijden door luchtverontreiniging. Het betreft vooral Utrechters die langs drukke wegen wonen.
Op 14 augustus 2012 heeft het OM besloten geen onderzoek in te stellen en niet te zullen vervolgen. De SSLU heeft vervolgens samen met 86 bezorgde Utrechtse burgers een klaagschrift ingediend bij het gerechtshof met het verzoek het OM op te dragen om de gemeente wél te vervolgen. Op 9 oktober 2013 heeft het hof besloten dat niet te doen. De SSLU gaat tegen die beschikking in beroep bij het Europese Hof in Straatsburg.
In het klaagschrift werd aan de hand van een groot aantal voorbeelden, vooral uit de periode 2005-2009, aangetoond hoe de gemeente door middel van geflatteerde berekeningen de luchtverontreiniging in Utrecht veel minder erg voorstelt dan die in werkelijkheid is en maatregelen als effectief voorstelt die dat helemaal niet zijn (ALU 2006-2012 en ALU 2008). Een en ander om ruimtelijke- en verkeersplannen te kunnen realiseren met negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit, waaronder met name de plannen voor het Stationsgebied.
Het klaagschrift liet ook zien dat de gemeente in 2006 en 2007 in gerechtelijke stukken in strijd met waarheid beweerde (en bewijs aanbood) dat in 2010 aan de NO2-norm zou worden voldaan en dat geen aanvullende maatregelen nodig waren. Inmiddels staat niet alleen vast dat ook in 2015 niet aan de normen wordt voldaan, maar ook dat de gemeente destijds al over berekeningen beschikte waaruit bleek dat zelfs in 2020 nog niet het geval zou zijn.
Uit de motivering van het hof blijkt niet dat het ook maar kennis heeft genomen van de feiten die in het klaagschrift met bijbehorende bijlagen naar voren zijn gebracht, want nergens gaat het hof op die feiten in. De conclusie van het hof dat niet is gebleken van valsheid in geschrifte wordt dus op geen enkele wijze onderbouwd.
Het hof overweegt overigens ten onrechte dat de door gemeente opgestelde plannen niet aan te merken zijn als documenten met een bewijsbestemming. Het hof heeft zich kennelijk zo weinig in de documenten verdiept dat het zelfs niet opgemerkt heeft dat het in veel gevallen gaat om wettelijk voorgeschreven berekeningen waarmee aangetoond moet worden dat de besluiten aan de eisen en normen van het Besluit luchtkwaliteit voldoen en dus bij uitstek een bewijsbestemming hebben.
De kwestie als de onderhavige (of de gemeente de fijnstofnorm wel of niet opzettelijk genegeerd heeft, of er wel of niet schoongerekend wordt, of de gemeente de gezondheid van de Utrechters wel of niet schade heeft berokkend en of de gemeente plannen heeft vastgesteld of mag vaststellen waardoor honderden Utrechters vroegtijdig overlijden door luchtverontreiniging) is volgens het hof veeleer een kwestie van politieke beoordeling (door de gemeenteraad) en zou zich daardoor niet lenen voor een strafrechtelijke beoordeling. En wie het met die beoordeling niet eens is moet zich maar tot de bestuursrechter of de civiele rechter wenden.
Kortom het hof volgt nog steeds de Pikmeer-jurisprudentie die er van uitgaat dat de gemeente, i.c. bestuurders, leidinggevenden en gespecialiseerde medewerkers, niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden, zelfs niet als door doen of nalaten van de gemeente burgers ziek worden en vroegtijdig overlijden.
In het klaagschrift werd uitvoerig ingegaan op de jurisprudentie van het Europese hof, waarin het recht van burgers op leven en gezondheid juist een belangrijk reden is om strafrechtelijke vervolging van overheidsbestuurders en -functionarissen wél mogelijk te maken. Ook daar is het gerechtshof in Den Haag niet op ingegaan.
Het klaagschrift valt te downloaden op deze site. Het werd in februari 2013 aan alle fracties in de gemeenteraad toegestuurd. Daarvan reageerde er niet één, hoewel het klaagschrift met name klaagt over de onverschilligheid van het gemeentebestuur en de lokale politiek over luchtverontreiniging. Ook op het in februari 2012 gepubliceerde zwartboek Gebakken lucht, tien jaar luchtkwaliteitsbeleid, werd door politieke partijen en het gemeentebestuur met geen woord gereageerd.
De SSLU zal binnenkort een concept publiceren voor het beroep bij het Europese Hof. Reacties en suggesties zijn zeer welkom. Het beroep gaat daags voor de raadsverkiezingen (19 maart) de deur uit. Op 12 maart wordt het beroepschrift gepresenteerd. Plaats van bijeenkomst: Zalencentrum Amaliadwarsstraat