De SSLU heeft besloten de gemeente Utrecht te gaan dagvaarden. Daartoe is een brief gestuurd ( sommatie 13 maart 2014 ) waarin de gemeente is gesommeerd binnen een maand gehoor te geven aan een drietal eisen. In de eerste plaats eist de SSLU aanvullende maatregelen om de luchtverontreiniging terug te dringen. In de tweede plaats eist de SSLU dat er disciplinaire maatregelen worden genomen tegen leidinggevenden die het “schoonrekenen” van de Utrechtse lucht al jaren kennelijk accepteren en daardoor hebben bevorderd. En in de derde plaats eist de SSLU dat er organisatorische maatregelen worden genomen om een eind te maken aan het structurele schoonrekenen van de lucht door de gemeente.
De SSLU heeft na veel aandringen de beschikking gekregen over de berekeningen die gemaakt zijn in het kader van het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht. Berekeningen die voor het eerst in 2006 zijn uitgevoerd en in 2008 opnieuw zijn uitgevoerd. Bij de analyse van die berekeningen (en bij het vergelijken daarvan met de tekst van de Actieplannen) is de SSLU gestuit op allerlei hele vreemde uitkomsten en invoergegevens. De SSLU meent dat er sprake is van meermalen gepleegd bedrog.
De planning is om in de loop van april een concept-dagvaarding te produceren. Die wordt op deze site gepubliceerd. Iedereen die zich zorgen maakt over de luchtkwaliteit in Utrecht kan verbetersuggesties doen, zodat het een sterke en leesbare dagvaarding wordt. Deze dagvaarding wordt uiteraard ook naar het Europese Hof in Straatsburg gestuurd ter onderbouwing van het beroep van de SSLU tegen de weigering van het OM om de gemeente Utrecht te vervolgen.
Voorproef
In deze column een voorproef van het materiaal waarop de SSLU de beschuldiging baseert dat de gemeente zich aan bedrog heeft schuldig gemaakt. In een aantal afleveringen zullen wij met meer voorbeelden komen.
In het kader van het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht 2006 (kortweg ALU 2006) heeft een herberekening plaatsgevonden van de luchtverontreiniging in 2004. De bedoeling daarvan was waarschijnlijk te laten zien dat er tussen 2004 en 2015 een spectaculaire verbetering zou plaatsvinden van de luchtkwaliteit. Om die verbetering zo spectaculair mogelijk te laten lijken werd de luchtverontreiniging in 2004 extra slecht voorgesteld, veel slechter dan in de officiële Jaarrapportage 2004 die een jaar eerder werd opgesteld. Zie onderstaande tabel, waarin alleen wegen in Utrecht-west worden weergegeven.
Hieronder laten we het voorblad zien van de Jaarrapportage 2004 (alleen Utrecht-West) met daaronder het voorblad van de herberekening van 2004 die voor het Actieplan 2006 werd uitgevoerd (alleen Utrecht-West). Een stukje (waar geen informatie op staat) hebben we er tussen uitgeknipt om het op een A4-tje te krijgen.
De vraag is natuurlijk: hoe is het überhaupt mogelijk dat er verschillende concentraties NO2 en fijnstof kunnen worden berekend voor 2004? Wat de vraag extra boeiend maakt is: hoe is het mogelijk verschillende concentraties NO2 en fijnstof voor 2004 te bereken, terwijl van dezelfde versie 4.0 van het CAR-rekenmodel gebruik is gemaakt?
In de eerste plaats blijkt dat er bij de ALU berekening voor 2004 in veel gevallen andere invoergegevens zijn gebruikt. Voor 93 wegvakken (Utrecht-West) is een andere snelheidstypering ingevoerd. Van een C (normaal stadsverkeer) werd een D (stagnerend verkeer) gemaakt en soms werd van een B (buitenweg) een C of een D gemaakt. Dat scheelt in de berekening aanzienlijk, omdat emissies toenemen naarmate de gemiddelde snelheid (in de stad) afneemt.
In de tweede plaats blijkt dat er bij de ALU berekening in veel gevallen andere intensiteiten en meer of minder bussen zijn ingevoerd. En dat terwijl er in beide gevallen op de werkbladen staat dat er gebruik is gemaakt van “intensiteiten 2004”. Kennelijk zijn ook daar meerdere versies van in omloop.
In de derde plaats (en dat is het meest vreemde) blijkt de berekening die voor het ALU is gemaakt ook op hogere concentraties uit te komen als alle invoergegevens gelijk zijn en zelfs als er een lagere intensiteit en minder bussen zijn ingevoerd. Waarom is dat vreemd? Omdat in beide gevallen gebruik zou zijn gemaakt van versie 4.0 van het CAR-rekenmodel (dus dezelfde emissiefactoren en dezelfde achtergrondconcentratie is ingevoerd).
Nemen we als voorbeeld de Beneluxlaan wegvak v4/sL/rL. Die valt in beide boven weergegeven werkbladen terug te vinden. In onderstaande tabel hebben we de Beneluxlaan wegvak v4/sL/rL van de jaarrapportage en datzelfde wegvak van het ALU 2006 onder elkaar gezet. We zien dan dat bij 2004 ALU 2006 een lagere intensiteit en minder bussen zijn ingevoerd, maar dat alle andere invoergegevens gelijk zijn. Je zou verwachten dat een lagere intensiteit en minder bussen ook een lagere concentratie NO2 zou geven, maar de NO2-concentratie in het geval van 2004 ALU 2006 is juist hoger!
Nu zou het wegvak van de Beneluxlaan een “foutje” kunnen zijn. Maar er zijn meer van zulke vreemde gevallen. Hieronder het voorbeeld van de Pijperlaan wegvak v1/sR en de Churchilllaan v1/sL/rL. Behalve de intensiteit en het aantal bussen tikt ook de fractie zwaar verkeer flink aan (veel meer dan de fractie middenzwaar). Je zou op grond van ingevoerde gegevens (waarom zijn de fracties en middenzwaar veranderd?) verwachten dat de NO2-concentratie in het geval van 2004 ALU 2006 lager uit zou komen, maar de concentratie komt hoger uit.
Naar het oordeel van de SSLU is er maar één verklaring mogelijk: de gemeente heeft bij de ALU berekening iets in het CAR-rekenmodel versie 4.0 zelf veranderd. Dat is goed mogelijk want de gemeente gebruikt niet het authentieke beveiligde CAR-rekenmodel, maar een zelf gemaakte kopie daarvan. Op zich is daar niets tegen, maar wel als je boven beide werkbladen zet dat gebruik is gemaakt van CAR II versie 4.0. De gemeente weigert het door de gemeente gebruikte rekenmodel aan de SSLU ter verificatie beschikbaar te stellen.