Het verkeer zou maar heel beperkt bijdragen aan de fijnstofconcentraties, aldus Hoogerbrugge van het RIVM, 24 januari voor de NOS-radio. Ca. 10% preciseert Hoogerbrugge verderop in het gesprek. Of minder hard rijden veel uithaalt betwijfelt Hoogerbrugge. Dat zou uitgezocht moeten worden. Hoogerbrugge spreekt aldus de woordvoerder van de Vlaamse Milieupartij tegen die zegt dat snelheidsbeperkende maatregelen juist wel helpen.
Wat Hoogerbrugge natuurlijk heel goed weet maar niet zegt is dat de bijdrage van het verkeer aan de fijnstofconcentratie alleen maar 10% is als je die uitsmeert over het hele land. In grote steden is die bijdrage aanzienlijk groter en vlak langs drukke wegen kan die zelfs oplopen tot 45%. En bij smog kan die langs drukke wegen nog verderop lopen omdat de verontreinigde lucht niet wegwaait. Niet alleen voor bewoners langs drukke wegen, maar ook voor automobilisten treden daardoor acute gezondheidsriciso’s op. De Longstichting heeft groot gelijk daarop te wijzen.
Dat het niet uit te rekenen zou zijn of snelheidsbeperking helpt om de concentratie fijnstof terug te dringen, zoals Hoogerbrugge beweert, is ook al niet waar. Concentraties fijnstof worden in verreweg de meeste gevallen in de Nederlandse praktijk berekend (en niet gemeten). De snelheid van het auto- en vrachtverkeer is in de rekenmodellen die daarvoor gebruikt worden een hele belangrijke variabele. Met de rekenmodellen die in Nederland gebruikt worden is het heel eenvoudig om uit te rekenen wat het effect is van snelheidsverlaging en natuurlijk helpt het aanzienlijk als er 70 gereden wordt in plaats van 100 of 120.