Volgens de Utrechtse GroenLinks-wethouder Lot van Hooijdonk in het Stadsblad van 22 april 2015 valt de luchtkwaliteit in de stad maar voor 20% lokaal te beïnvloeden. Een opmerkelijk uitspraak, want enige tijd geleden twitterde Van Hooijdonk dat de luchtverontreiniging in Utrecht met wel 30% zou afnemen door 2% van de auto’s te weren. Dat was om de milieuzone voor personenwagens aan te prijzen.
Duidelijk is natuurlijk dat de twee beweringen van Van Hooijdonk niet allebei waar kunnen zijn. Laten we aannemen dat Van Hooijdonk niet zo maar wat roept of (nog erger) de zaken bewust de ene keer anders voorstelt dan de andere keer. In dat geval moeten we vaststellen dat Van Hooijdonk niet weet waar ze het over heeft. We zullen Van Hooijdonk een handje helpen.
Concentraties fijnstof en stikstofdioxide (NO2) worden berekend door eerst de gemiddelde concentratie in de stad te berekenen. Die gemiddelde concentratie wordt opgevat als een “dikke deken” (in de woorden van de wethouder) die over de stad ligt en maakt dat in elke straat zo’n beetje dezelfde “achtergrondconcentratie” heerst.
De volgende stap in de berekening is om vast te stellen hoeveel het verkeer in een bepaalde straat aan die “achtergrondconcentratie” toevoegt. In de ene straat is dat maar 10%, maar in drukke straten kan dat wel 20% tot 30% zijn. Wat het verkeer in een bepaalde straat aan de “achtergrondconcentratie” toevoegt wordt de “lokale bijdrage” in die straat genoemd. De “lokale bijdrage” in een bepaalde straat kan dus anders zijn dan in een andere straat. Het hangt er maar vanaf hoe druk het verkeer in die straat is.
De denkfout die Van Hooijdonk maakt is dat ze denkt dat de bijdrage van het al het autoverkeer in de stad alleen maar tot uitdrukking komt in de “lokale bijdrage” van het verkeer in een bepaalde straat. Immers de “achtergrondconcentratie” bestaat ook al voor een groot deel uit emissie die door het autoverkeer in de lucht worden gebracht. Met name bij stikstofdioxide (NO2) is dat het geval.
Als je bij elkaar optelt wat het autoverkeer in de stad bijdraagt aan de concentratie stikstofdioxide van zowel de “achtergrondconcentratie” als de “lokale bijdrage in een bepaalde straat”, kan dat volgens de Utrechtse nota “Gezonde lucht voor Utrecht” uit 2013, waaraan onderstaande grafiek ontleend is, oplopen tot ruim 70%. Dat is allemaal door lokaal beleid te beïnvloeden door het autoverkeer drastisch terug te dringen. Een heel andere vraag is of de wethouder zich daar sterk voor wil maken of niet.