In 2005 berekende het RIVM dat er jaarlijks tussen de 12.000 – 24.000 ( zeg maar 18.000) mensen in Nederland voortijdig overlijden door langdurige blootstelling aan fijnstof. Dat zijn er in Utrecht pakweg 300 (per jaar dus). Aannemelijk is dat de kans op voortijdig overlijden voor mensen die langs drukke wegen wonen het grootst is. Het zou overigens gaan om een gemiddelde levensduurverkorting in de orde van tien jaar. Volgens metingen van het RIVM laat de concentratie fijnstof een langzaam dalende trend zien. De minister maakt ons daarom blij met de boodschap dat de luchtkwaliteit verbetert. Betekent dat nu een daling van het aantal voortijdig door fijnstofblootstelling overleden inwoners van Utrecht? Daar is weinig hoop op.
Het RIVM heeft een meetnet dat maar op een 48 plaatsen in Nederland de concentratie fijnstof meet. Van die 48 meetstations staan er welgeteld 14 langs stadswegen. In Utrecht zijn er twee. Eén op de K. de Jongweg en éen op de Erzeijstraat. Wie Utrecht een beetje kent weet dat er veel wegen in Utrecht zijn die veel viezer zijn. Om er een paar te noemen: Weerdsingel, M.L. Kinglaan, Graadt van Roggenweg, Daalsetunnel, Westplein, Vredenburg, Nobelstraat, Rubenstraat, Catharijnesingel (Bleekstraat), Jaarbeursplein. Ook de straten die op korte afstand liggen van de A12 en de A28 horen thuis in het rijtje vieze straten.
Omdat het meetnet van het RIVM alleen informatie geeft over de fijnstofconcentratie op de K. de Jongweg en de Erzeijstraat zijn we voor informatie over alle andere wegen in Utrecht op berekeningen aangewezen. Die berekeningen worden uitgevoerd op basis van invoergegevens (per wegvak), maar die invoergegevens zijn erg onbetrouwbaar. Neem bijvoorbeeld de verkeersintensiteit. In 2008 werd voor de M.L. Kinglaan nog gerekend met 62.000 motorvoertuigen per etmaal in 2010, inmiddels wordt gerekend met 56.000 motorvoertuigen per etmaal in 2020. Bijzonder ongeloofwaardig dus. Utrecht is een groeiende stad en de stationsplannen genereren door de intensivering van kantoren, vermaak en detailhandel veel extra verkeer. Volgens het recent verschenen “Regio in beweging” (opstellers: de gemeente, provincie, het ministerie van InfraMil en de regio) leidt de uitvoering van de stationsplannen in 2020 mogelijk tot een verdubbeling van het autoverkeer ten opzichte van 2010. Daarvan zie je in de luchtkwaliteitsberekening voor 2020 dus helemaal niets terug.
Dat fijnstofconcentraties langs drukke wegen in Utrecht de komende jaren af zouden nemen valt, gelet op de verwachte toename van het autoverkeer, niet te verwachten. Auto’s worden weliswaar elk jaar een heel klein beetje schoner, maar het effect daarvan wordt in een stad als Utrecht teniet gedaan door de groei van het aantal autokilometers (zie “Regio in beweging”).
De op metingen gebaseerde voorspelling van het RIVM wekt ook om een andere reden valse verwachtingen over de luchtkwaliteit langs drukke straten in Utrecht. De totale concentratie fijnstof wordt voor elke weg afzonderlijk berekend door bij de “achtergrondconcentratie” de bijdrage op te tellen van het wegverkeer op de weg waarvoor de berekening wordt gemaakt. De achtergrondconcentratie moet opgevat worden als de gemiddelde concentratie in de stad. Daar zit ook fijnstof in die niet door het verkeer in de lucht wordt gebracht, afkomstig van bedrijven, c.v.-installaties, bodemstoffen, e.d.
De achtergrondconcentratie (die door het RIVM wordt berekend) vertoont inderdaad een dalende trend. Maar dat betekent voor stadswegen waar het autoverkeer de komende jaren blijft toenemen, dat het aandeel verkeersgerelateerde fijnstof in de totale concentratie groter wordt. Het beleid van de gemeente houdt namelijk alleen maar in dat de fijnstofnorm niet mag worden overschreden. Neemt de achtergrondconcentratie af, dan kan het autoverkeer dus verder toenemen zonder dat de fijnstofnorm wordt overschreden. En zolang de fijnstofnorm niet worden overschreden vindt de gemeente het wel best.
Steeds meer wordt erkend dat uitgerekend fijnstof dat door het verkeer in de lucht wordt gebracht (verbrandingsmotoren) gevaarlijk is voor de gezondheid. Neemt het aandeel verkeersgerelateerde fijnstof in de totale concentratie toe, dan wordt die totale concentratie daardoor per saldo schadelijker.
Kortom, de op RIVM-metingen gebaseerde boodschap dat de lucht ook in Utrecht gezonder wordt is dus om twee redenen ongeloofwaardig. In de eerste plaats zeggen de RIVM-metingen niets over de fijnstofconcentratie op de drukste wegen in Utrecht. In de tweede plaats neemt door de (forse) groei van het autoverkeer in Utrecht het aandeel verkeersgerelateerde fijnstof in de totale concentratie toe. Dat zou alleen anders zijn als de gemeente de fijnstofnorm zou aanscherpen, maar daar is de gemeente tot op heden niet toe bereid. Er is dus geen reden om aan te nemen dat het voortijdig overlijden in Utrecht de komende jaren afneemt.